Het onderwerp van dit stuk betreft een verkenning van de plaats van levenskunst in psychologische begeleiding. Als primaire bron dient het artikel van Jeroen Vanheste (2022) over Mensbeelden en levenskunst. Tevens is de inhoud van de cursus Existential Well-being Counseling: A Person-centered Experiential Approach van de KU Leuven gebruikt.
Wat is het probleem?
Damiaan Denys (2020) geeft uitgebreid weer hoe de huidige wetenschap geen gepast antwoord weet te vinden op de vraag naar mentale hulp. Hij wijst ons erop hoe we door commercialisering de inhoudelijke essentie van het psychisch lijden uit het oog zijn verloren. “De mens lijdt (is ziek) als hij niet voldoet aan het criterium van een productief wezen”. De huidige psychologische begeleidingspraktijk is vaak eerder een instrument van het kapitalistische systeem dan dat zij daar een gezonde afstand toe houdt. In de praktijk worden medewerkers nog wel eens naar een therapeut of coach gestuurd omdat er vanuit organisatieperspectief iets aan hen schort. Een slechte performance-review kan al aanleiding zijn voor het inschakelen van een coach. Met een beetje cynisme bezien wordt de medewerker net genoeg opgelapt om vervolgens terug te keren in een toxisch systeem dat mensen - inclusief de therapeuten en coaches - als uitwisselbare concurrenten ziet.
Het is mijn overtuiging dat de filosofie het voorwerk heeft gedaan van wat vervolgens door psychologen verder wetenschappelijk is onderzocht. Voordat er een psychologisch wetenschappelijke benadering van bewustzijn was, was bewustzijn al onderdeel van filosofische verkenningen. Mijn beeld is dat de filosofie en dan met name de levenskunst een leidraad kan zijn om de psychologische begeleiding te versterken.
Wat is de levenskunst?
Een geslaagde beoefening van de levenskunst is voor John Kekes (2014) zowel persoonlijk bevredigend als moreel acceptabel: er moet ook voldaan worden aan universele, maatschappelijke en individuele morele standaarden. Otfried Höffe (2014) benadrukt eveneens dat er naast de dagelijkse beslommering maar twee dingen echt wezenlijk zijn: het persoonlijk welzijn en de moraal. Mia Leijssen, emeritus hoogleraar Psychotherapie aan de KU Leuven, benadert het beoefenen van levenskunst als oog hebben voor de positieve aspecten van het leven en de kansen die zich voordoen, inclusief de acceptatie van lijden en verval. Vanwege het belang van onze gesitueerdheid plaatsen Leijssen c.s. de levenskunst vervolgens in de existentiële traditie. Het 'Dasein', het in deze wereld zijn, biedt zicht op de verschillende domeinen voor levenskunst, te weten: 'Umwelt', de fysieke en materiële wereld; 'Mitwelt', het zelf in relatie tot anderen; 'Eigenwelt', het innerlijke zelf; en 'Uberwelt', oftewel de transcendentale dimensie. Deze zijn te vergelijken met de resonantie-assen die Hartmut Rosa (2016) benoemd, waarin Umwelt, Mitwelt en Uberwelt duidelijk herkenbaar zijn als respectievelijk de diagonale as (materiele wereld, werk, beroep), de horizontale as (ontmoetingen met de ander) en de verticale as (kunst, natuur, religie).
Verband met mensbeelden
Het brede domein van de levenskunst omvat dus ook een oriëntatie op moreel acceptabele sociale regels. En dan niet alleen in de persoonlijke navolging daarvan, maar voor mij ook in de handhaving. Levenskunst is dus ook opstaan tegen krachten die bijvoorbeeld alleen maar het persoonlijk welzijn nastreven. In mijn ogen is levenskunst dus meer dan alleen het goede voorbeeld geven. Levenskunst is ook activistisch, of beter gezegd: aansprekend. Rosa spreekt daarbij expliciet van een geraakt worden, waardoor de resonantie ontstaat om vanuit een gevoel van zelfredzaamheid, emotioneel en lichamelijk te antwoorden. Bracke (2016) benadrukt wel dat het neoliberale denken rondom zelfredzaamheid met name veerkracht (resilience) naar voren heeft geschoven, om vooral de aandacht van verzet af te leiden. Meebuigen - of zelfs het afwenden van het hoofd - is geen levenskunst. Het gaat juist om het aanspreken van de ander en de maatschappij als integraal onderdeel van moreel acteren.
Tegelijkertijd moet erkend worden dat daar een zekere moed voor nodig is. Het aanspreken van de ander op verantwoordelijkheden is niet zonder gevaar. Het beoefenen van levenskunst is in die zin dus ook een oefening in het effectief aanspreken van de ander. Hiermee komt ook een andere betekenis van het woord aanspreken naar voren. Iets kan mij namelijk aanspreken, vergelijkbaar met het resoneren bij Rosa. In die betekenis wordt aanspreken een soort inspiratie; ik voel mij ergens toe aangetrokken. Het valt bij mij in de smaak. Het ultieme appèl aan de ander, waarmee een conflict niet escaleert, lijkt vervolgens te vinden in een aansprekend aanspreken. Een aanspreken dat resoneert bij de ander.
Verband met existentiële crisis
Het aangrijpingspunt in een existentiële crisis is het individu dat zich vervreemd of verveeld voelt op zijn plek in de wereld. Hoewel sterk onderkend wordt dat wij allen ongewild in deze wereld geworpen zijn en daarin een gevoel van Unheimlichkeit kunnen ervaren, spreekt er in de teksten daarover een vorm van moed, lef en de opdracht om het leven aan te gaan. Het is een confrontatie met het leven ondanks. Dit geeft het beeld dat een existentiële crisis juist ontstaat wanneer de moed om het leven aan te gaan, de moed om te confronteren wegebt, net zoals mensen in vluchtelingenkampen zich een aangeleerde hulpeloosheid eigen maken wanneer zij van anderen afhankelijk zijn voor voedsel, drinken en veiligheid.
Voor mij persoonlijk is het nummer “Shout to the Top” van The Style Council telkens weer de inspiratie voor het confronterend in gesprek gaan met de context, de maatschappij. “And though I wasn’t asked (and I might as well stay), And I promised myself each and every day…”
Mijn standpunt
De filosofische ideeën over levenskunst bieden m.i. een ingang voor het ontwerpen van een aanpak die in psychologische begeleiding inzetbaar is. Voor mij is levenskunst daarbij confronterend en aansprekend (resonant). Het standpunt van Ruud Veenhoven (2014) dat de levenskunst een soort vintage kledingshop is waarin je wat dingen kiest die je leuk staan is mijns inziens te beperkt. Het is geen bloemschikken met mooie deugden.
Op het treinstation in Roermond raakte ik ooit aan de praat met een Spaanse zwerver en gaf hem vervolgens € 20. “Que dios te lo pague” zei hij. Ik heb hem uitgelegd dat dat al gebeurd was; het was mij al gegeven.
In het kapitalistisch systeem zijn we te veel bezig met geven opdat ons teruggegeven zal worden. Onze interacties zijn transacties. Ik zou daar “geven omdat ons gegeven is” tegenover willen stellen, in een levenskunst die aanspreekt, omdat wij eerder zijn aangesproken. Als ik een route mag kiezen voor toepassing van levenskunst in de begeleiding van mensen, dan zie ik een permanent leerproces bestaande uit: 1) ons kwetsbaar openstellen om aangesproken te worden, 2) vanuit inspiratie onze eigen aansprekendheid ontwikkelen en 3) leren om anderen resonant aan te spreken. Stevig aanroepen à la The Style Council mag natuurlijk ook.
Gebruikte literatuur
Hoofdbron:
Vanheste, J. (2022). Mensbeelden en levenskunst. OU-Cursus Cultuur, Welzijn En Mentale Gezondheid CB5902.
Aanvullende bronnen
Bracke, S. (2016). Bouncing back. Vulnerability and resistance in times of resilience. In J. Butler, Z. Gambetti, & L. Sabsay (Eds.), Vulnerability in resistance. Durham.
Denys, D. (2020). Het tekort van het teveel; de paradox van de mentale zorg. Amsterdam: Nijgh & Van Ditmar.
Dohmen, J. (2022). Over levenskunst; De grote filosofen over het goede leven (6e ed.). Amsterdam: Ambo|Anthos.
Höffe, O. (2014). Levenskunst en moraal. In J. Dohmen (Ed.), Over levenskunst; De grote filosofen over het goede leven. Amsterdam: Ambo|Anthos.
Kekes, J. (2014). Leven volgens een ideaal. In J. Dohmen (Ed.), Over levenskunst; De grote filosofen over het goede leven. Amsterdam: Ambo|Anthos.
Kohne, A. C. J., de Graauw, L. P., Leenhouts-van der Maas, R., & Van Os, J. (2023). Clinician and patient perspectives on the ontology of mental disorder: a qualitative study. Frontiers in Psychiatry, 14(May), 1–12. https://doi.org/10.3389/fpsyt.2023.1081925
Rosa, H. (2016). Leven in tijden van versnelling; Een pleidooi voor resonantie. Amsterdam: Boom uitgevers.
Veenhoven, R. (2014). Levenskunst: zo te leven dat men er zich prettig bij voelt. In J. Dohmen (Ed.), Over levenskunst; De grote filosofen over het goede leven. Amsterdam: Ambo|Anthos.
Comments