In het nieuwe inburgeringsstelsel dat per 1 januari 2022 ingaat wordt middels een zogenaamde Leerbaarheidstoets (LBT) bepaald of een inburgeraar binnen 3 jaar Nederlands op B1-niveau kan lezen, schrijven, verstaan en spreken, eventueel nog af te schalen naar A2-niveau. De toets-uitslag is dichotoom, dat wil zeggen dat er maar twee mogelijke uitkomsten zijn, te weten: wel/niet in staat om binnen drie jaar Nederlands op B1/A2-niveau te halen.
Er is al veel gezegd over dat dit niet handig is omdat daarmee de nuance weg is. Er zijn altijd mensen die net boven, of net onder de norm scoren. De gemeente die moet bepalen in welke leerroute iemand terecht komt, is meer gebaat met inzicht in de score en de afstand tot de norm. Er zijn namelijk meer factoren die bepalen of iemand dat niveau kan halen.
Maar goed, zoals gezegd zijn hierover al voldoende bezwaren geopperd. Vooralsnog wordt dit vanaf 1-1-2022 de realiteit.
In de wet is verankerd dat alleen op basis van gegronde redenen afgeweken kan worden van het uit de LBT voortvloeiende advies. Willen gemeenten (in samenspraak met de inburgeraar) afwijken van de toets-uitslag, dan dienen daartoe gegronde redenen in het zogenaamde Persoonlijk Inburgerings- en Integratieplan (PIP) opgenomen te worden.
De vraag is vervolgens: wat zijn gegronde redenen?
Ik wil deze vraag graag aan jullie voorleggen en daarbij zelf een onderbouwde voorzet geven.
Onderzoek naar het gebruik van een vergelijkbare toets in België, de zogenaamde COVAAR-II, laat zien dat er een sterke correlatie is tussen scholingsgraad (het aantal jaren scholing) en het toets-resultaat, en tussen onderwijsniveau (masterdiploma of bachelor) en het toets-resultaat. Een gegronde reden om af te wijken van een negatief advies kan dus zijn dat iemand meer dan 12 jaar scholing heeft gehad, en dus ook voldoende schoolse vaardigheden heeft opgebouwd. Minder dan vijf jaar scholing (vanaf het zesde jaar) geeft vaak minder schoolse vaardigheden. (Gaer, Verschueren, Buyse, Germeijs, & Magez, 2009).
Motivatie kan m.i. ook een gegronde reden zijn om af te wijken, bijvoorbeeld omdat de kinderen naar een Nederlandse school gaan en ze willen helpen met huiswerk, of omdat inburgeraars met de dokter willen kunnen praten, etc. Bij koppels kan het motiverend zijn wanneer zij elkaar in eenzelfde traject kunnen helpen. Terwijl het voor sommige individuen een nadeel kan zijn om samen met de partner les te volgen, soms ook vanwege de kinderopvang. En wat te denken van de inburgeraar die in een volledig Nederlandstalige omgeving terecht gaat komen. Daarbovenop kunnen er ook nog tijdelijke factoren een rol spelen, zoals de toets maken tijdens de ramadan, of onvoldoende instroom/volume om een klas in de geadviseerde route te vullen.
Mijn vraag is dus: wat vind jij een gegronde reden om van het advies in de LBT af te wijken? Of anders geformuleerd: onder welke voorwaarden zou je altijd het advies volgen?
Gaer, E. Vande, Verschueren, K., Buyse, E., Germeijs, V., & Magez, W. (2009). Een dynamische test voor cognitieve vaardigheden van anderstalige nieuwkomers in het secundair onderwijs in Vlaanderen. Retrieved from http://pedagogischestudien.nl/download?type=document&identifier=616610
Comments